Tijdens het laatste jaar van de academie onderzoekt hij de grenzen van de figuratie en ontstaan de eerste abstracte werken in olieverf. Vanaf het begin maakt hij monumentale schilderijen waarin kringelende lijn- en golfpatronen melodieus in elkaar overlopen. Zijn fascinatie gaat uit naar “ritmische structuren” die de menselijke waarneming in verwarring kunnen brengen.